Rendierjagershut in een nieuw jasje

De rendierjagershut in het Oertijdpark bij het Hunebedcentrum is al ruim drie jaar onderdeel van het ontdekpad. Het werd tijd om het een en ander te verbeteren; de leren lappen die om de hut gespannen waren, zagen er wat vies en gekrompen uit. Het leer is er afgehaald en er zijn mooie nieuwe hertenvachten voor in de plaats gekomen. Met behulp van een priem en leren koorden zijn alle vachten aan de constructie vastgezet, zodat de hut weer wind- en waterdicht is.

rendier1

Maar wie waren die rendierjagers eigenlijk?

Aan het eind van de laatste ijstijd werd Nederland na een lange koude periode weer bewoonbaar voor mensen. De eerste mensen die in die periode naar Nederland kwamen, waren rendierjagers. Deze rendierjagers bezochten Nederland tussen 12.500 v. Chr. tot zo’n 500 jaar later aan het eind van de Weichsel-IJstijd. In deze periode veranderde het landschap van een onbewoonbare poolwoestijn naar een toendra met graslanden. Het leefgebied van de rendierjagers was uitgestrekt en omvatte de gebieden waar wilde dieren leefden of langskwamen op hun trektochten. Ze leefden een zwervend bestaan omdat ze voornamelijk afhankelijk waren van grote groepen rendieren die tweemaal per jaar volgens vaste routes naar hun zomer- en winterterritorium trokken.
Van de rendierjagerculturen zijn behalve vuurstenen werktuigen weinig archeologische resten gevonden. Wat wel bekend is, is dat zij tijdens hun tochten kleine kampen opsloegen om te jagen, prooien te slachten of werktuigen te maken. Van deze kampen zijn enkele vuurplaatsen teruggevonden. Bovendien zijn er cirkelvormige structuren gevonden van grote keien, die waarschijnlijk gebruikt zijn om tenten van (rendier)huiden aan de grond vast te zetten.
De rendierjagers zijn opgedeeld in verschillende culturen, die van elkaar worden onderscheiden op basis van hun leefgebied en materiële cultuur (in dit geval voornamelijk vuurstenen werktuigen). In Zuid-Limburg zijn vindplaatsen bekend van de Magdaleniën-cultuur. Hun leefgebied strekte zich uit van Zuid-Nederland tot aan Noord-Spanje. In het noorden van Nederland, op het Drents-Friese plateau, zijn vindplaatsen gevonden van de Hamburg-cultuur. Hun leefgebied omvatte het gebied waar nu Polen, Scandinavië, Duitsland en Noord-Nederland liggen.

Een rendierjagershut is de vroegste vorm van een woonconstructie die in de archeologie bekend is. Maar hoe deze constructies er precies hebben uitgezien weten we niet. We hebben alleen een aantal aanwijzingen. We weten bijvoorbeeld welke materialen ze vroeger voorhanden hadden om iets mee te bouwen. We weten ook dat de hutten korte tijd werden gebruik en niet uit vaste of zware constructies bestonden, omdat rendierjagers niet op één plek leefden zoals bijvoorbeeld de eerste boeren. Met deze gegevens kunnen we ons een voorstelling maken van hoe de hutten er vroeger hebben uitgezien. Waarschijnlijk werd er eerst een basis gemaakt van struiken of kleine boompjes en werd het geheel bedekt met huiden, bladeren of ander plantaardig materiaal. De hutten hadden een doorsnede van een paar meter. Het kan zijn dat de hutten op tipi’s leken zoals de hut die in het Oertijdpark te zien is, maar het kan ook zijn dat ze juist koepelvormig waren. Stenen konden worden gebruikt om de constructie aan de randen te verstevigen of huiden op de grond vast te maken, zoals waarschijnlijk het geval was bij de stenencirkels die gevonden zijn.

Hoe de hutten er ook uit hebben gezien, we mogen er vanuit gaan dat de rendierjagers zichzelf goed konden beschermen tegen het barre klimaat. Wilt u zelf ervaren of het prettig vertoeven is in een rendierjagershut? Volg dan het ontdekpad bij het bij het Hunebedcentrum.

Hieronder ziet u een impressie van de vernieuwing.

rendier2
rendier3
rendier4
rendier5
rendier6
rendier7
rendier8
rendier9
rendier10
rendier11
rendier12

Deze hut is gemaakt door Sebastiaan Pelsmaeker (ARRE Remaining History) en Nikky Kruithof (Historical Art by NK).

Tekst: Nikky Kruithof

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.