Doggerland – fossielen zoeken op het strand

Wie het leuk vindt om fossielen te zoeken in eigen land heeft op de stranden waarschijnlijk de meeste kans op succes. Je kunt er aangespoelde fossielen vinden, die afkomstig zijn uit de Noordzee. Wat voor fossielen zijn dat en waar komen ze precies vandaan?

Wat is Doggerland?

Het Noordzeegebied kent een lange geschiedenis van een afwisselend stijgende en dalende zeespiegel. Tijdens de ijstijden werd veel  water opgeslagen in de vorm van gletsjers en landijs, waardoor de zeespiegel daalde. In warmere periodes smolt (een deel van het) landijs en steeg de zeespiegel waardoor er weer een zee ontstond. Dat het Noordzeegebied  nu al zo’n 8000 jaar 50 meter onder water staat, is echter uitzonderlijk. Gedurende bijna 1 miljoen jaar was het gebied vaker droog of drassig dan ondergelopen, zodat je van Nederland helemaal naar Engeland kon lopen zonder al te natte voeten te krijgen. Het was een uitgestrekte vlakte, waar brede rivieren stroomden en in het laagste gedeelte van het land samen kwamen. Begroeid met grassen, kruiden en struiken was het gebied aantrekkelijk voor grote kuddes grazende zoogdieren: paarden, rendieren en mammoeten trokken langs de rivieren, achtervolgd door Neanderthalers, en later door de moderne mens. Dit landschap wordt ook wel mammoetsteppe genoemd en spreidde zich ver buiten het Noordzeegebied uit. Na de laatste ijstijd brak er een warme periode aan en liep de uitgestrekte vlakte vol door het smeltende ijs, tot het rond 8000 jaar geleden definitief en volledig onder water stond. Het verdronken land noemen we Doggerland, vernoemd naar de 27 meter hoge Doggersbank, een zandbank welke door zijn relatief hoge ligging als laatste stukje land door de Noordzee werd verzwolgen.

Het strand van Maasvlakte 2 bij het slufterstrand.

Hoe komen de fossielen op het strand?

Visserij

Waar wij nu de zee zien, was er heel lange tijd droog land. Doggerland werd bezocht en bewoond door zowel mensachtigen als veel verschillende soorten dieren. Al dat leven heeft sporen nagelaten. En dat is interessant voor de liefhebber. Doordat het landschap onder water is gelopen en deels overdekt is geraakt met zand en klei, zijn er veel sporen en overblijfselen goed bewaard gebleven. Denk hierbij aan menselijke en dierlijke botten, maar ook door mensen gemaakte werktuigen van bijvoorbeeld been, gewei of vuursteen. Gedurende een lange tijd is het landschap uit die tijd onverstoord gebleven, totdat wij de Noordzee intensief gingen gebruiken. Denk hierbij aan visserij en baggerwerkzaamheden, maar vooral ook aan zand- en schelpwinning.  De boomkorvisserij op platvis veroorzaakt verstoring door de zware kettingen waarmee over de bodem wordt geschraapt. Het verstoren van de bodem, en daarmee mogelijk ook vindplaatsen van duizenden jaren oud, is natuurlijk eeuwig zonde. Vissersboten halen zo niet alleen platvis, maar ook prehistorische bijvangst naar boven. Dit is voor altijd uit de originele context verdwenen. Toch zijn het juist de sleepnetten die ons indirect veel kennis over de geschiedenis van het Noordzeegebied hebben gegeven. Vissersboten in het algemeen hebben de afgelopen anderhalve eeuw grote hoeveelheden pleistoceen botmateriaal opgevist (denk hierbij aan honderdduizenden fossielen) waardoor er in Nederlandse musea zoals het Naturalis, maar ook bij privéverzamelaars,  flinke collecties zijn ontstaan. Er worden met name grote botten opgevist, omdat de kleinere resten meestal door de mazen van het net vallen. Op deze manier zijn er complete skeletdelen van uitgestorven diersoorten zoals mammoeten van de bodem van de zee gehaald. Ook al hebben we bij deze vondsten geen gegevens meer over de vondst in situ (meestal zijn er ook geen vondstcoördinaten beschikbaar), er valt gelukkig nog veel over te zeggen en te leren. Ook wordt er steeds vaker wél onderzoek gedaan naar plekken in de zee die bekend staan als rijk aan fossielen. Er wordt hierbij gekeken naar de vondstlocatie en de vondstomstandigheden. Met behulp van data verkregen uit o.a. boringen en seismologie is op sommige plekken in de zee het prehistorische landschap gereconstrueerd. Sinds 2001 worden er wetenschappelijke expedities opgezet om vondstlocaties van pleistoceen botmateriaal beter te kunnen bestuderen.

Het vissen met behulp van sleepnetten wordt tegenwoordig overigens veel minder gedaan. Er zijn andere manieren ontwikkeld om platvis te vangen zonder daarbij de bodem om te woelen. Dit komt voor veel verzamelaars slecht uit: er worden veel minder pleistocene botten opgevist.

Het kan er zomaar liggen, met het zand van de zeebodem opgezogen en ergens anders weer uitgespuugd: een puntgaaf melkkiesje van een babymammoet.

Zandsuppletie

De meeste Nederlandse stranden hebben niet meer hun natuurlijke vorm, wat wil zeggen dat er zand wordt opgespoten om ze te onderhouden. De stranden zijn altijd aan erosie onderhevig, en als je daar niets aan doet is het hele kustgebied een plek van continue en intensieve verandering. Daar houden wij niet van in Nederland, dus nemen we maatregelen. De stranden worden onderhouden door middel van zandsuppletie. Baggerschepen (de sleephopperzuigers) zuigen zand op van de zeebodem, waarna het op het strand wordt gespoten. Het opgespoten zand kan veel fossiel materiaal bevatten, afhankelijk van de locatie en de diepte waar het wordt opgezogen. Vooral op de stranden bij Maasvlakte 2, Hoek van Holland en de Zandmotor is het opgespoten zand relatief rijk aan fossielen. Dit zand is afkomstig uit de Eurogeul, een uitgegraven vaargeul voor de haven van Rotterdam van ca. 20 meter diep. Door geologisch onderzoek weten we dat op de locatie Eurogeul in het laat-pleistoceen grote hoeveelheden sediment is afgezet in de Maas- en Rijndelta van toen. In die afzettingen zijn veel pleistocene fossielen goed bewaard gebleven. De geul wordt elk jaar op de juiste diepte gehouden door middel van baggerwerkzaamheden, waardoor er vrijwel altijd kans is om fossielen te vinden in het nieuw opgespoten zand dat op de stranden ligt. Grotere botten die niet opgezogen worden, blijven achter in de geul en komen geregeld in een vissersnet terecht. De Maasvlakte 2 is overigens geheel opgebouwd uit zand dat afkomstig is uit een zandwingebied iets ten zuiden van de Eurogeul.

Het voordeel van zandsuppletie is dat er, anders dan in vissersnetten, ook klein fossiel materiaal met het zand meekomt. Dit levert een schat aan nieuwe informatie over andere diersoorten op. Maar ook bij vondsten afkomstig van zandsuppletie gaat het om fossielen die van hun vindplaats vandaan zijn gehaald en waarvan we de oorspronkelijke situatie niet meer kunnen onderzoeken. Een ander niet onbelangrijk nadeel van fossielen afkomstig van zandsuppletie is dat de kans op beschadiging groot is. Het opzuigen van het zand van de zeebodem gaat gepaard met een enorme kracht. Veel kwetsbaar fossiel materiaal is daar niet tegen bestand en valt al in de zuigbuis van het schip uiteen.

Fossielenjagers op het strand.

Wat voor fossielen kan je er vinden?

Doggerland is één grote vindplaats van pleistocene en holocene fossielen die onder de zee liggen. Vanwege die unieke situatie is Nederland de op één na belangrijkste vindplaats van ijstijdfossielen ter wereld. Als we kijken naar de geschiedenis van de afgelopen 1 miljoen jaar, spreken we over de tweede helft van het geologische tijdvak het pleistoceen en over het begin van het holoceen. Archeologisch gezien hebben we het over het paleolithicum, en een groot deel van het mesolithicum na de laatste ijstijd. Dit is bij elkaar een heel lange periode, waarin het klimaat erg wisselend, maar overwegend kil was. Tijdens de ijstijden kon het er zo koud zijn dat er geen bewoning mogelijk was. In de warme periodes tussen de ijstijden in was het aangenaam leven. Je kunt je voorstellen dat er tijdens warme en koude perioden andere dieren leefden. Daarom liggen er in Doggerland fossielen van een enorm scala aan diersoorten. Zoogdieren waarvan resten zijn gevonden, zijn onder andere wolharige mammoet, bosolifant, wolharige neushoorn, etruskische neushoorn, paard, nijlpaard, eland, edelhert, reuzenhert, steppenwisent, bruine beer, oeros, bever, wolf, grottenhyena, woelrat, muskusos, desman, grottenleeuw en otter. Maar ook vogels, knaagdieren, vissen en zeezoogdieren kwamen er voor. De soortenlijst wordt regelmatig aangevuld, als er weer een fossiel is gevonden van een andere diersoort.

Het is heel bijzonder dat er resten van mensen en Neanderthalers afkomstig van Doggerland zijn gevonden. Er leefden destijds namelijk nog maar weinig mensen. Bekende vondsten zijn een schedelfragment van een Neanderthaler genaamd Krijn (te zien in het Rijksmuseum van Oudheden), een schedelfragment van de oudste mens van Nederland met een datering van 13.000 jaar, en een menselijk schedelfragment van 8,500 jaar oud. Behalve menselijke botten kunnen we ook sporen en werktuigen vinden die door mensen of mensachtigen zijn gemaakt. Bij onze overburen in Engeland zijn voetsporen van bijna één miljoen jaar oud gevonden nabij Happisburgh. Hier heeft ooit een vroege mensensoort gelopen, waarschijnlijk Homo Antecessor. Voorbeelden van werktuigen zijn tientallen vuistbijlen uit het midden-paleolithicum, waaronder één exemplaar van Wommersomkwartsiet, een stukje berkenpek gemaakt door Neanderthalers gedateerd op ca. 50.000 jaar oud, vele benen spitsen en harpoenen, maar ook een versierd middenvoetsbeen van een oeros of bizon uit de laatste ijstijd.

Andere fossielen die je kunt vinden zijn schelpen, barnsteen en hout. En vergeet de uitwerpselen niet; er zijn meerdere fossiele keutels gevonden van hyena’s!

De meeste vondsten die op het strand worden gedaan zijn gefragmenteerd, maar hoe kleiner de botten zijn, hoe groter de kans is dat het onbeschadigd is gebleven tijdens het opzuigen door de sleephopperzuiger. Kleine en compacte botjes zoals teenkootjes, staartwervels of tanden en kiezen kun je er in zijn geheel vinden.

Grote kans dat er fossielen liggen die je nauwelijks ziet, doordat ze vrijwel volledig in het zand verstopt zijn. Soms steekt er een puntje uit. Het botfragment op deze foto bleek bijna 30 cm groot te zijn. Het bleek te beschadigd te zijn om te kunnen determineren.

En dan nu: het zoeken!

Je staat op het strand van Maasvlakte 2 en kijkt om je heen: heel veel zand, heel veel water, heel veel zoekopties. Waar moet je beginnen? Iedereen kan op het strand zoeken naar fossielen. Hiervoor heb je vrijwel niets nodig, behalve een paar opmerkzame ogen en veel geduld. Vaak zien fossielen er uit als vreemde stenen, of lijken ze heel erg op een stuk hout. De kleur is vaak donkerbruin maar kan ook lichter zijn of grijsachtig tot zwart. Meestal liggen ze begraven in het zand en komen ze pas naar boven als de zee het zand omwoelt. Daarom heb je de meeste kans om iets te vinden op de strook zand tussen de eb- en vloedlijn. Daar is de bodem het meest in beweging door de kracht van de golven die op het zand slaan. Nadat het vloed is geweest kun je langs het vrijgekomen strand lopen om te zien of de zee iets heeft achtergelaten. Op de andere delen van het strand heb je ook kans om iets te vinden. Kijk tussen de schelpenbanken en de houtlijnen die op het zand liggen. Voorwerpen van een lichte materie zoals barnsteen liggen meestal tussen het hout. Boven de vloedlijn heeft de wind vrij spel en kunnen er fossielen uit het zand tevoorschijn komen. Het is ook erg interessant om eens wat zand te zeven. De kans bestaat dat je minuscule fossielen vindt, die anders heel gemakkelijk over het hoofd gezien worden. Denk aan kleine werveltjes en muizenkiezen.

Natuurlijk is er geen garantie dat je tijdens een zoektocht werkelijk iets vindt. Als er ook nog eens veel andere zoekers op het strand lopen kan de gedachte voorbij komen dat je het allemaal voor niets doet. Mijn ervaring is dat je altijd kans hebt op een mooie vondst. Ik liep eens in het voetspoor van een tweetal professionele zoekers, die systematisch en in een hoog tempo met een prikstok en net het strand afliepen. Op nog geen meter van hun voetsporen af vond ik een prachtig mammoetkiesje, door andere zoekers over het hoofd gezien. Laat je dus niet ontmoedigen.

Het kleine mammoetkiesje vers opgeraapt uit de zee.

Ik heb wat gevonden, en nu?

Na het zoeken heb je misschien één of meerdere fossielen gevonden. Die neem je mee naar huis met de bedoeling om ze voor altijd te bewaren. Het is dan zaak om ze op de juiste manier te behandelen, om scheuren en breuken te voorkomen. Botmateriaal uit de zee zit vol met zout, en als het bot opdroogt kan je er van uitgaan dat het zal scheuren. Een uitgebreide beschrijving van hoe je fossielen kunt bewaren en conserveren volgt later in een ander artikel.

Waarschijnlijk wil je ook weten wát je precies gevonden hebt. Op de website www.oervondstchecker.nl kun je een foto van je vondst uploaden. Deze wordt dan bekeken en indien mogelijk gedetermineerd door een expert. Je kunt ook terecht bij de actieve facebookgroep van de Werkgroep Pleistocene Zoogdieren (WPZ). Hier worden dagelijks vondsten op soort gebracht en je kunt er ook terecht voor andere vragen over fossielen. Het voordeel van je vondst online laten zien, is dat het zichtbaar is voor veel andere mensen die er mee kunnen vergelijken. Hoe meer kennis er beschikbaar is, hoe beter we met zijn allen het landschap en de biodiversiteit van vroeger kunnen reconstrueren.

Veel plezier met zoeken!

Je moet er wat voor over hebben, ook als het water ijskoud is. De vangst was een prachtig fragment van een stoottand van een volwassen mammoet. De volgende keer neem ik laarzen mee.

Verder lezen:

– Van Ginkel, E., J. Reumer, B. van der Valk, 2014. Schatten van het mammoetstrand. Platform P.

– Mol, D., & B. Langeveld, 2016. Safari Mammoetsteppe. OCC dehoog.

– Amkreutz, L. & S. Van der Vaart-Verschoof, 2021. Doggerland – Verdwenen wereld in de Noordzee. Sidestone Press.

– Mol, D., W. Van Logchem, K. Van Hooijdonk, R. Bakker, 2007. De sabeltandtijger uit de Noordzee. Drukware.

– Hellemond, A. & D. Mol, 2018. Mammoeten & mammoetecologie. Dataprint NV.

– Barton, N., 1997. Ice Age Britain. Batsford Ltd.

Mocht je geïnteresseerd zijn in pleistocene zoogdierbotten kun je een lidmaatschap bij de WPZ overwegen. Er worden jaarlijks meerdere lezingen en determinatiedagen georganiseerd. Kijk voor meer informatie op de website: www.pleistocenemammals.com.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.