Neanderthalers in het Oertijdpark

De eerste sporen van mensachtigen die je tegenkomt als je het ontdekpad in het Oertijdpark volgt, zijn die van de Neanderthalers. Neanderthalers leefden in Nederland vanaf 300.000 jaar geleden. In die tijd was het hier grotendeels te koud om te kunnen overleven. Alleen tijdens de warmere tussenperiodes was er genoeg voedsel en beschutting te vinden. De aanwezigheid van Neanderthalers was dan ook geen continu gegeven maar was sterk afhankelijk van het klimaat. Rond 35.000 jaar geleden stierven de Neanderthalers uit en maakten ze plaats voor de moderne mens.

Er zijn slechts een paar vondsten gedaan die het verblijf van Neanderthalers in ons land aantonen. De oudste vondst werd gedaan in 1981 in de lössgroeve bij Maastricht. Er zijn resten gevonden van wat waarschijnlijk een jachtkampje is geweest: vuurstenen werktuigen en slachtafval van neushoorns. Andere vondsten van vuurstenen gereedschappen in Nederland zijn spaarzaam, en botten van Neanderthalers al helemaal. Wel zijn er enkele objecten uit de Noordzee gevist, waaronder een stukje Neanderthalerschedel in 2009.

In het buitenland zijn echter ook vondsten bekend die veel ouder zijn. In Engeland, Suffolk, zijn vuurstenen werktuigen gevonden met een ouderdom van 600.000 -700.000 jaar. In deze periode maakte Engeland deel uit van het vaste land van Europa omdat de zeespiegel een stuk lager lag, waardoor het Noordzeebekken droog kwam te liggen. Het is aannemelijk dat Neanderthalers in die periode ook in Nederland hebben geleefd.

De vuurstenen werktuigen die gevonden zijn, bestaan voornamelijk uit vuistbijlen. Dit was een veelzijdig stuk gereedschap, geschikt om mee te slachten, villen, botten stuk te slaan en hout te bewerken. Andere gevonden werktuigen zijn bijvoorbeeld stukken vuursteen met scherpe randen die als mes gebruikt konden worden, en spitsen die als speerpunt hebben gediend. Daarnaast zijn er veel kleine stukjes vuursteen gevonden die zijn afgeslagen van een grote knol, bijvoorbeeld tijdens het maken van een vuistbijl. De resten hiervan zijn teruggevonden op de plaatsen waar Neanderthalers verbleven en hun werktuigen hebben gemaakt. De verspreiding van die kleine afslagen vormt een karakteristiek patroon, waarbij je kunt zien waar de persoon die vuursteen aan het bewerken was heeft gezeten.

neanderthalers1
Het Neanderthalerkampje in het Oertijdpark

Om in het Hunebedcentrum te kunnen laten zien wat er zoal is teruggevonden van Neanderthalers, hebben we een klein kampje nagemaakt in het Oertijdpark. In dit kampje zijn vuursteenknollen, afslagen, slachtafval, klopstenen en een vuurplaats te zien.
Om ervoor te zorgen dat de stukken vuursteen op hun plaats zouden blijven liggen, zijn ze in betonnen tegels gegoten.

neanderthalers2
Een betonnen tegel met vuursteenknollen.
neanderthalers3
De tegels worden aan elkaar gelegd.

De tegels vormen samen een stevig geheel. De naden zijn dicht gesmeerd met een mengsel van beton en leem. Over de betonnen laag is vervolgens wat leem uitgestrooid. Ook de randen van het kamp zijn met leem bedekt om het geheel op te laten gaan in de omgeving.

neanderthalers4
Tussen de naden wordt beton en leem gesmeerd.
neanderthalers5
Een dun laagje leem wordt verspreid over de tegels.

De stukken vuursteen zijn zo neergelegd dat er een bepaalde verspreiding in te zien is. De plek waar de Neanderthaler heeft gezeten (bijvoorbeeld met de rug tegen een boom of grote steen) liggen de vuursteenknollen, de grotere afslagen en de klopstenen. Hoe kleiner de afslagen waren, hoe verder ze op het terrein terecht zijn gekomen.

neanderthalers6
Detail van een tegel met slachtafval.
neanderthalers7
Het eindresultaat.

Het resultaat is een subtiele nalatenschap van een vergane cultuur. Bijzonder dat zelfs na duizenden jaren dergelijke sporen nog terug zijn te vinden. Maak een reis door de tijd bij het Hunebedcentrum en bekijk deze reconstructie van het Neanderthalerkampje.

Deze Neanderthalerplaats is gemaakt door Sebastiaan Pelsmaker (ARRE Remaining History) en Nikky Kruithof (Historical Art by NK) en kan bezichtigd worden bij het Hunebedcentrum.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.